Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande [67]tot den afgod, en [68]verheugden zich in de [69]werken hunner handen. 67. Of, tot het beeld, waar zij afgoderij mede bedreven; namelijk tot het kalf. 68. Namelijk met eten, drinken en spelen; Ex.32:6; 1 Kor.10:7. 69. Dat is, in het gouden kalf, dat zij zelf met hun eigen handen gemaakt hadden. Zo worden de afgoden dikwijls genaamd om hunne nietigheid en der afgodendienaars dwaasheid aan te wijzen; Ps.115:4.